Enige tijd geleden werd bekend dat de Efteling in 2013
minder bezoekers trok dan het jaar daarvoor. In 2013 mocht de Efteling namelijk
4.150.000 gasten verwelkomen, terwijl dat er in 2013 nog 80.000 meer waren. Voor
het eerst in zeven jaar tijd zijn de bezoekersaantallen van de Efteling hiermee
gedaald. Diverse (nieuws)websites besteedden hier aandacht aan en wekten niet
zelden de indruk dat hier iets bijzonders aan de hand was. In deze blog wil ik
ingaan op de vraag of het inderdaad bijzonder is dat het bezoekersaantal van de
Efteling in 2013 daalde. Daarnaast zal ik ingaan op de haalbaarheid van targets
zoals vijf miljoen Eftelingbezoekers in 2020 en in meer algemene zin de
wenselijkheid van het sturen op bezoekersaantallen. Eventuele alternatieven
voor het sturen op grond van bezoekersaantallen komen ook kort aan bod, waarbij
attractiepark Toverland een interessant voorbeeld vormt.
Minder investeringen
Is het dalende bezoekersaantal van de Efteling erg opvallend
zoals door sommige (nieuws)bronnen werd gesuggereerd? Niet echt. Ten eerste was
seizoen 2013 voor het eerst sinds jaren een seizoen waarin de Efteling geen
grote nieuwe attractie presenteerde of anderszins op een zichtbare manier in
grote nieuwigheden investeerde. Dat was de jaren daarvoor wel anders met
investeringen in attracties zoals Joris en de Draak, Raveleijn, Aquanura, in
sprookjes zoals Assepoester, Sprookjesboom en de Nieuwe Kleren van de Keizer of
in de uitbreiding van verblijfsaccommodatie (Bosrijk) et cetera. Er was dus voor het eerst sinds jaren geen grote
investering die extra mensen naar het park trok. Volgens een woordvoerder van
de Efteling was de daling dan ook ‘ingecalculeerd’.
Economisch moeilijke tijden
Dezelfde woordvoerder gaf naast het uitblijven van
investeringen in grote nieuwe attracties nog een extra argument voor de lichte
daling in het bezoekersaantal: ‘Bovendien zijn het economisch nog altijd
moeilijke tijden’, zo werd beargumenteerd. Hoewel ik me kan vinden in het
eerste argument, lijkt het tweede argument toch iets minder houdbaar. Hamerde
niemand minder dan voormalig directievoorzitter Bart de Boer er immers niet telkens
op dat de crisis de Efteling niet raakt omdat men in Kaatsheuvel vergetelheid
verkoopt? Veronderstelden velen, de Efteling en mijzelf incluis, niet
tijdenlang dat consumenten in economisch moeilijkere tijden minder op vakantie
gingen, maar daarvoor in de plaats misschien wat vaker een attractiepark
bezochten?
Opvallend is ook dat enkele andere attractieparken,
dierentuinen en musea ondanks de economische omstandigheden wél een stijging in
bezoekersaantal mochten noteren. En dan heb ik het niet alleen over parken die
(zeer) fors investeerden in de uitbreiding van hun attractieaanbod zoals
attractiepark Toverland dat als gevolg van zijn zeer succesvolle investering in
de Magische Vallei sterk groeide. De vijftien grootste dierentuinen van
Nederland ontvingen in 2013 gezamenlijk meer dan tien miljoen bezoekers, een
stijging ten opzichte van 2012 en Mascha van Till (Walibi Holland) beweerde in
een nieuwsitem op Nu.nl dat de meeste parken die zijn aangesloten bij
brancheorganisatie de Club van Elf vorig jaar een paar procent meer bezoekers
trokken. Ook de vorige week donderdag gepresenteerde cijfers van NBTC Holland
Marketing suggereren dat er over het algemeen geen extra sterk negatief effect op de bezoekersaantallen van
Nederlandse dagattracties in 2013 aanwezig is. In ieder geval sterker dan in
voorgaande jaren (klik hier voor de cijfers van 2012 of hier voor de cijfers van 2013).
Deze feiten, in combinatie met de wetenschap dat de we al
jarenlang van de ene in de andere recessie duikelen sinds het tweede kwartaal
van 2008, leiden tot de indruk dat de economische situatie hier wordt gebruikt
als een gelegenheidsargument.
Ondanks de lichte daling in 2013, is het overduidelijk dat
het bezoekersaantal van de Efteling de afgelopen jaren ondanks ‘de crisis’
sterk is gestegen. Vooral het jaar 2009, het jaar waarin voor het eerst de
magische grens van vier miljoen bezoekers werd overschreden, kende een sterke
stijging. Zo erg is het dus niet dat na al die jaren van groei nu een lichte
daling plaatsvindt. Als we naar de ontwikkeling van bezoekersaantallen in
Nederlandse attractieparken kijken zien we bovendien dat het normaal is dat
attractieparken af en toe inleveren in bezoekersaantal. Zo daalde het
bezoekersaantal van de Efteling nog met ongeveer 120.000 in 2006 en zag
Toverland in 2010 ook haar bezoekersaantal dalen. Dat laat onverlet dat zowel
het bezoekersaantal van Toverland als dat van de Efteling over een wat langere
tijdshorizon weldegelijk een opgaande trend laat zien.
De daling van 80.000 bezoekers valt overigens qua omvang
reuze mee, vooral relatief gezien. Het betreft immers procentueel gezien
slechts een daling van 1,89 procent ([-80.000 / 4.230.000] *100%). Ter
vergelijking: in 2006 was de daling ongeveer gelijk aan 3,79 procent. Op
sommige drukke zaterdagen tijdens het Zeven Pleinen Festijn (vanaf dit jaar het
Negen Pleinen Festijn geheten) schijnen er naar verluidt soms rond de 40.000
mensen (of meer) in het Efteling park te zijn. Je zou dus over de daling in het
bezoekersaantal kunnen denken als twee drukke zaterdagen tijdens het Zeven
Pleinen Festijn minder, maar dan verspreidt over een heel jaar.
Naar de vijf miljoen bezoekers in 2020
Zoals velen zullen weten heeft de Efteling zich ten tijde
van toenmalig directeur Bart de Boer ten doel gesteld om in 2020 vijf miljoen
bezoekers per jaar binnen de parkgrenzen te verwelkomen. Dat is een ambitieus
doel, maar waarschijnlijk nodig als men tot de top drie parken in Europa wil
blijven behoren (of de top vier, als men Walt Disney Studios Park en Disneyland
Park als aparte parken rekent).
Gezien de vorig jaar voor de buitenstaander vrij plots
ingeslagen weg van consolidatie zullen velen zich achter de oren hebben gekrabd,
afvragende of het doel van vijf miljoen bezoekers in 2020 nog wel op de agenda
stond. Al snel kwam er een antwoord op deze vraag in een NOS-interview eind
augustus 2013. Vijf miljoen bezoekers in 2020 was destijds nog steeds het streven.
Bij de bekendmaking van de nieuwe bestuursvoorzitter van de
Efteling (Fons Jurgens), werd in een persbericht nogmaals gehamerd op de
gewenste vijf miljoen gasten in 2020 in een context waarin de Efteling wil
uitgroeien ‘van een regionaal attractiepark naar een destinatiepark’. Ook het
streven om bij de ‘top attractieparken van Europa te blijven horen’ komt in het
persbericht weer duidelijk naar voren en bij de bekendmaking van het
bezoekersaantal van 2013 bevestigde de Efteling in een bericht op de website
van Omroep Brabant dat het doel ook bleef staan nu bekend was dat er in 2013 sprake
was van een lichte daling: ‘vijf miljoen gasten in 2020, dat is, was en blijft
ons doel’. Afgelopen vrijdag werd dit nogmaals herhaald bij de aankondiging van
de nieuwe dive coaster voor de
Efteling.
Is vijf miljoen bezoekers in 2020 haalbaar?
Op diverse internetwebsites en reacties op krantenwebsites
lezen we dat mensen twijfels hebben (of in ieder geval twijfels hadden voordat
de nieuwe achtbaan voor 2015 bekend werd) bij het doel voor 2020. Is vijf
miljoen gasten in 2020 niet erg veel en zou het bezoekersaantal dan niet
jaarlijks explosief moeten groei? Laten we daar eens naar kijken. Van 4.150.000
gasten in 2013 naar vijf miljoen gasten in 2020 betekent dat het aantal gasten
minimaal met 850.000 moet toenemen in zeven jaar (als we 2014 meerekenen). Dat
is gemiddeld meer dan 120.000 bezoekers per jaar erbij. Dat is echter geen
‘eerlijke’ berekening omdat het bezoekersaantal dan in het begin relatief het
sterkst zou moeten stijgen (120 duizend bezoekers t.o.v. 4,15 miljoen
bezoekers) en tegen het einde van dit decennium veel minder sterk zou hoeven te
stijgen (120 duizend t.o.v. 4,88 miljoen bezoekers). Beter is het om een
constante groeifactor te gebruiken om ons een beeld te vormen van de benodigde
groei. Het bezoekersaantal zal in totaal met 20,48% moeten groeien en daarvoor heeft
men zeven jaar de tijd. Dit betekent dat het bezoekersaantal gemiddeld met (1.20484191/7-1)*100%=2.7% per
jaar zal moeten groeien. De bijbehorende cijfers per jaar zijn te vinden in
scenario 1 van de tabel hieronder:
Scenario 1: groei vanaf 2014 (2,7% per
jaar)
|
Scenario 2: groei vanaf 2015 (3,15% per
jaar)
|
Scenario 3: groei vanaf 2016 (3,8% per
jaar)
|
||||||
Groei
|
Totaal
|
Groei
|
Totaal
|
Groei
|
Totaal
|
|||
bezoekers
|
bezoekers
|
bezoekers
|
bezoekers
|
bezoekers
|
bezoekers
|
|||
2014
|
111.950
|
4.261.950
|
0
|
4.150.000
|
0
|
4.150.000
|
||
2015
|
114.970
|
4.376.920
|
130.900
|
4.280.900
|
0
|
4.150.000
|
||
2016
|
118.072
|
4.494.992
|
135.029
|
4.415.929
|
157.571
|
4.307.571
|
||
2017
|
121.257
|
4.616.249
|
139.288
|
4.555.217
|
163.554
|
4.471.125
|
||
2018
|
124.528
|
4.740.776
|
143.681
|
4.698.898
|
169.764
|
4.640.890
|
||
2019
|
127.887
|
4.868.663
|
148.213
|
4.847.112
|
176.210
|
4.817.100
|
||
2020
|
131.337
|
5.000.000
|
152.888
|
5.000.000
|
182.900
|
5.000.000
|
Tabel 1: groei aantal bezoekers per jaar en bijbehorende
bezoekersaantal per jaar per scenario
Scenario 1 gaat er echter van uit dat het bezoekersaantal
ook dit jaar zal groeien. Gezien het feit dat er ook dit jaar geen
investeringen in nieuwe attracties zijn licht dit wellicht niet heel erg voor
de hand.
Natuurlijk is een grote investering in een nieuwe attractie
niet het enige middel om meer bezoekers te trekken, maar in het ergste geval
betekent het ontbreken van nieuwe grote attracties in 2014 dat het
bezoekersaantal ook in dit jaar constant blijft of (licht) daalt. De berekening
in scenario 1 ging echter uit van een gelijkmatige groei over alle jaren,
inclusief 2014. Laten we nu eens aannemen dat het bezoekersaantal in 2014 niet
daalt, maar wel constant blijft. Dat lijkt een redelijke assumptie aangezien er
dit jaar in omliggende parken ook nauwelijks investeringen zijn in nieuwe
attracties (Phantasialand met Chiapas uitgezonderd) die bezoekers van de
Efteling kunnen wegsnoepen, iets dat vorig jaar anders was met investeringen
zoals de Magische Vallei in Toverland.
Een groei van het bezoekersaantal in 2015 is wel zeer
waarschijnlijk aangezien dan de vrijdag aangekondigde achtbaan opent.
In het geval dat het bezoekersaantal in 2014 constant blijft
en met ingang van 2015 weer begint te groeien, zal de totale groei van 850.000
gasten moeten plaatsvinden in niet zeven jaar, maar zes jaar. Dat is gelijk aan
een constante groei van 3,15% per jaar (scenario 2 in tabel 1).
Tot voor kort zagen weinig mensen een grote investering
zoals de aangekondigde achtbaan voor 2015 aankomen. Aangezien de Efteling nog
steeds vasthield aan de vijf miljoen bezoekers in 2020 was het eigenlijk wel
duidelijk dat er nieuwe investeringen aan zaten te komen, maar velen
verwachtten die pas vanaf 2016 (bijvoorbeeld in de vorm van Hartenhof), al was
het maar vanwege de beruchte consolidatie of het feit dat in een filmpje op de
website van Omroep Brabant recent nog werd gesuggereerd dat er voorlopig geen
nieuwigheden zaten aan te komen.
Gelukkig voor de Efteling pakt het park in 2015 al uit met
een forse investering in het park. Immers, elk jaar waarin het bezoekersaantal
niet groeit verhoogt dat de benodigde groei in de overgebleven jaren uiteraard
aanzienlijk. Te lang stilzitten in termen van investeringen in nieuwe
attracties zou funest zijn voor het doel voor 2020. Stel bijvoorbeeld dat voor
2015 geen nieuwe investering was voorzien, maar dat men wel in staat zou zijn
om het bezoekersaantal ook in 2015 constant te houden (wat al een uitdaging op
zich zou zijn zonder nieuwigheid). In dat geval zou in de overige jaren een
constante groei van 3,8% per jaar gerealiseerd moeten worden (scenario 3, tabel
1).
Om de haalbaarheid van scenario 1 (2,7% groei per jaar) of
scenario 2 (3,15% groei per jaar) te beoordelen (scenario 3 kan door de dive coaster wel als onwaarschijnlijk beschouwd
worden) kan het handig zijn om te kijken naar de ontwikkeling van het
bezoekersaantal in het recente verleden van de Efteling. Eind 2003 stond de
teller aan het einde van het jaar op ongeveer 3.250.000 bezoekers en eind 2013
waren dat er dus 4.150.000 (+27,69%). Voor die groei was tien jaar nodig
(seizoen 2004 t/m seizoen 2013), wat gelijk is aan een constant groeipercentage
van 2,47% per jaar. In deze tien jaar zit een periode waarin relatief weinig
werd geïnvesteerd in nieuwe grote attracties (in feite het pre-Bart-de-Boer-tijdperk)
en een periode waarin de investeringen in nieuwe attracties zich in hoog tempo
opvolgen (ruwweg vanaf de komst van Bart de Boer tot 2013). Als we alleen
kijken naar de laatste zeven jaar, waarin elk jaar een groei van het bezoekersaantal
was behalve in 2013, dan staat de groei over deze jaren (+36,1%) gelijk aan een
constante groei van 4,5% per jaar.
Op basis van de laatste zeven jaar zou men wellicht kunnen
concluderen dat vijf miljoen bezoekers in 2020 makkelijk gehaald kan worden. De
4,5% groei per jaar is immers hoger dan de
vereiste groei per jaar in de relevante scenario’s (1 en 2) van tabel 1.
Hierbij dient echter wel opgemerkt te worden dat in die periode van de laatste
zeven jaar een vrij omvangrijke en jaarlijks terugkerende kortingsactie bij
Albert Heijn is opgezet. Als ik me niet vergis werd voor het eerst van deze
kortingsactie gebruik gemaakt in 2009. Dit is tevens het jaar waarin het
bezoekersaantal explosief groeide, namelijk met 21,58%(!). En dat zonder grote
nieuwe attracties en alleen een nieuw sprookje in het sprookjesbos
(Assepoester). Ik vermoed dat de stijging in bezoekersaantal van dat jaar
voornamelijk toe te schrijven is aan deze omvangrijke prijspromotie.
Aangezien de kortingsactie bij Albert Heijn sinds 2009 elk
jaar terugkwam (waarbij ook vaak het kortingsbedrag in euro’s toenam t.o.v. het
voorgaande jaar) is het onwaarschijnlijk dat dit ‘trucje’ nogmaals kan worden ingezet
om het bezoekersaantal fors te laten stijgen, tenzij de Efteling bereid is het
kortingsbedrag nog veel verder te laten stijgen – iets wat ik niet vermoed. Ik
vermoed wel dat de kortingsactie an sich in stand zal worden gehouden de
komende jaren omdat het stopzetten van dergelijke omvangrijke kortingsacties
waarschijnlijk op zichzelf leidt tot een significante afname van het aantal
bezoekers. Aangezien het doel van vijf miljoen bezoekers tot een soort heilig
doel lijkt te zijn verheven in de troonzaal van Raveleijn ligt het dus voor de
hand dat dergelijke kortingsacties in stand zullen worden gehouden, anders is dit
heilige doel waarschijnlijk wel erg ver weg.
Persoonlijk denk ik, met de beperkte informatie die wij als
buitenstaanders hebben, dat vijf miljoen bezoekers in 2020 in principe haalbaar
is en ik mag aannemen dat de Efteling voldoende ‘rekenmeesters’ en
kwantitatieve onderzoekers in dienst heeft die dit bijna heilige doel kritisch
hebben geanalyseerd en nagerekend. Indien men besluit de komende jaren fors te
investeren in kwalitatief zeer hoogwaardige nieuwe attracties en daarmee dus
ook in uitbreiding van de parkcapaciteit – of dat binnen de huidige parkgrenzen
kan zonder dat een van de beste attracties van het park, namelijk de bosachtige
omgeving, wordt gedegradeerd is een andere discussie – is men al een behoorlijk eind. Een groter
aanbod van verblijfsaccommodaties lijkt daarnaast ook nodig ter ondersteuning
van de gewenste groei in het aantal gasten. Immers, bij een groeiend
bezoekersaantal zullen steeds meer bezoekers uit het buitenland de Efteling
moeten zien te vinden. Dat werkt het beste als de Efteling zich presenteert als
een resort en een totaalpakket aanbiedt dat interessant is voor meerdere dagen.
Bijkomend voordeel hiervan is uiteraard dat de gemiddelde hotelgast per dag
financieel meer oplevert dan de gemiddelde ‘dagbezoeker’. Het is in ieder geval
duidelijk dat een lange periode van ‘consolidatie’ op gespannen voet staat met
de doelstelling die de Efteling zichzelf nog steeds oplegt voor 2020. Geheel in
overeenstemming met deze redenering werd al bij de bekendmaking van Fons
Jurgens als nieuwe bestuursvoorzitter van de Efteling dan ook aangegeven dat
investeringen in zowel verblijfsaccommodatie als attracties van wezenlijk
belang is. Afgelopen vrijdag werd hier al invulling aan gegeven met de
aankondiging van een nieuwe achtbaan en de uitbreiding van Efteling Bosrijk.
Internationalisering van de Efteling zal een belangrijke
factor zijn in de toekomstige groei van het bezoekersaantal en mede daarom
wordt in 2015 al een start gemaakt met de uitbreiding van de verblijfsaccommodatie.
Persoonlijk geloof ik dat er ook veel potentie zit in het spreiden van
bezoekers over het jaar. Op dit moment is het nog zo dat het gros van de
bezoekers in enkele topmaanden in de zomer het park bezoekt waarbij het park
soms uit haar voegen dreigt te barsten, terwijl men tijdens sommige rustige
periodes buiten het hoogseizoen Langnek bij wij wijze van spreken nog met zijn
ogen kan horen knipperen bij de Vliegende Hollander. Wellicht is het mogelijk
bezoekers gelijkmatiger te verspreiden over de 365 dagen per jaar waarop het
park geopend is. Dat kan leiden tot meer
tevreden bezoekers (de Efteling wordt helaas door sommigen nog steeds
geassocieerd met lange wachttijden), efficiëntere inzet van capaciteit en
personeel en een minder uitgestorven aanblik op zeer rustige dagen. Door extra
evenementen buiten het hoogseizoen te organiseren en min of meer flexibele
entreeprijzen te hanteren (goedkoper tijdens rustigere periodes en duurder
tijdens drukkere periodes) kunnen mogelijkerwijs meer bezoekers gegenereerd
worden en daarnaast dus beter verdeeld over het jaar.
Is vijf miljoen bezoekers in 2020 een wenselijk doel?
Men zou zich de meer normatieve vraag kunnen stellen of het
doel van vijf miljoen bezoekers in 2020 wenselijk
is. De Efteling redeneert zelf altijd dat ze bij de top attractieparken van
Europa willen blijven behoren en dat daarvoor een stevige groei in
bezoekersaantal noodzakelijk is. Ik heb deze redenering eerder in dit artikel
ook al eens gebruikt, maar waarom zou men het behoren tot de Europese top meten
met of beperken tot een bezoekersaantal? Naast het feit dat verschillende
parken bezoekersaantallen altijd weer net iets anders meten t.o.v. elkaar
(bijvoorbeeld: hoe tel je theatergasten en hotelgasten mee?) en dat vergelijkingen
tussen parken daardoor soms lastig zijn, zegt een bezoekersaantal op jaarbasis
in principe weinig over kwaliteit en uniciteit.
Zo zouden we ons een hypothetische situatie kunnen
voorstellen waarin een attractiepark zijn prijzen enkele jaren drastisch verlaagd
terwijl er feitelijks niks aan het park verandert en er mogelijk zelfs enorm
bezuinigd wordt op (kwaliteit van) personeel, onderhoud van attracties et
cetera. In dit geval zullen de bezoekersaantallen – in ieder geval in eerste
instantie – sterk stijgen, terwijl de gasttevredenheid en de beleving
van de gast er sterk op achteruit kunnen gaan omdat wachtrijen sterk toenemen
en er in dit voorbeeld fors op de totaalbeleving bezuinigd wordt. Stijgende
bezoekersaantallen en kwaliteit (waar het volgens mij werkelijk om draait als
je tot de top wil behoren) gaan in dit voorbeeld dus niet hand in hand. Ook is
het stijgen van bezoekersaantallen geen garantie voor een financieel gezonde
bedrijfsvoering. ‘Afzet’ in termen van bezoekersaantallen is immers maar één
van de variabelen die van invloed zijn op de omzet. Als voor een stijging van
het bezoekersaantal de toegangsprijs dusdanig omlaag wordt gebracht dat de
hogere afzet hiervoor niet meer kan compenseren, zal dit nadelig zijn voor de
omzet – en dan hebben we over de winst (het uiteindelijke financiële resultaat)
niet eens gesproken.
Uiteraard is bovenstaande een sterk gechargeerd voorbeeld en
hoeven we ons in het geval van de Efteling geen ernstige zorgen te maken over dergelijke
schrikbeelden, maar het voorbeeld toont wel aan dat tot de top behoren (in
termen van kwaliteit) niet te reduceren is tot het al dan niet in een lijstje
staan van de hoogste bezoekersaantallen. De mensen van de Efteling beseffen dat
uiteraard ook en men zal in vergaderzalen van Raveleijn daarom dan ook zeker
oog hebben voor andere indicatoren en kerncijfers. Naast de gebruikelijke
economische/financiële kerncijfers denk ik hierbij meteen aan gasttevredenheid
en andere indicatoren van de gastbeleving. Dat is immers waar het uiteindelijk
eigenlijk allemaal om draait in deze branche. Mensen bezoeken attractieparken
om een leuke tijd te beleven en alleen tevreden bezoekers zijn loyaal aan je
park en merk. Wil je herhaalbezoek creëren, dan lukt dat alleen als je de gast
tevreden naar huis kunt laten gaan, en dan het liefst nog tevredener dan ze
zijn als ze een ander park bezoeken.
De Efteling laat met haar streven om qua bezoekersaantal tot
de Europese top te behoren zien ambitie te hebben, maar het is ook mogelijk
explicietere doelstellingen met betrekking tot gasttevredenheid of spreiding van bezoekers (i.p.v. alleen
aantal) te formuleren of om meer nadruk te leggen op deze andere,
complementaire doelstellingen. Dit kan bijvoorbeeld de ambitie zijn om de
gasttevredenheid te maximaliseren. Toverland bijvoorbeeld doet continu
onderzoek naar de gastwaardering/tevredenheid. Maandelijks worden op grond van
deze tevredenheidsonderzoeken rapporten opgesteld die inzicht geven in de
ontwikkeling van de tevredenheid en die tot een continue stroom aan informatie
leiden over de beleving van het park door de gast. Men kan hierdoor
bijvoorbeeld goed in de gaten houden hoe nieuwe toevoegingen aan het park of de
invoering van een nieuw beleid
(bijvoorbeeld m.b.t. de klantvriendelijkheid van het personeel) hun
weerslag op de beoordeling van de bezoeker hebben en op grond hiervan verder
beleid uitstippelen en/of aanpassen.
De Efteling doet met de afdeling Strategische Marketing
& Onderzoek ook op verschillende manieren onderzoek naar gasttevredenheid
en middels panels zoals de Raad der Wijzen en Wijzneuzen worden natuurlijk
constant onderzoeken uitgevoerd die de strategie en toekomstvisie van alle
onderdelen van de Efteling mede vormgeven en bijsturen. Toch lijkt er een
verschil te zijn met Toverland als we kijken naar het belang dat
gasttevredenheid inneemt in expliciet geformuleerde doelen/targets.
Als de directie van Toverland in de media over de ambitie
spreekt, heeft men het naast het sterk uitbreiden van het Sevenumse park vooral
over het verhogen van de gasttevredenheid, en geeft men aan dat – alhoewel men
net zoals de Efteling momenteel al hoog scoort – men graag bereid is nog meer
in te zetten op het verhogen van deze tevredenheid en zich op dit gebied sterk
van andere parken te onderscheiden. Tot de top behoren betekent dat bezoekers
die jouw park als (een van de) beste park(en) beoordelen.
Er is binnen de Toverland-directie kennelijk een zeer sterk
aanwezige drive om bezoekers steeds
tevredener te maken. Men probeert binnen Toverland, zoals men dat zelf soms
zegt, ‘momenten van geluk te creëren’ voor bezoekers en men is duidelijk trots
als de waardering van bezoekers verder verbetert, bijvoorbeeld toen afgelopen
zomer Toverland een 8,8 scoorde tegenover een 8,6 in dezelfde periode het jaar
daarvoor.
Opvallend is dat als de Efteling in de media spreekt over de
belangrijkste ambities, men eigenlijk vooral spreekt over de vijf miljoen
bezoekers in 2020 of in ieder geval de nadruk legt op een hoog bezoekersaantal.
‘Tot de Europese top behoren’, heet dat dan. Nu mogen we er van uit gaan dat
als de Efteling zich dergelijke kwantitatieve doelen stelt, men ook de juiste
mensen in dienst heeft om deze plannen op economische haalbaarheid en neveneffecten
te toetsen en in eerste instantie te formuleren (men zal immers niet
willekeurig voor vijf en niet zes miljoen bezoekers in 2020 en niet 2025
kiezen) en dat dergelijke doeleinden zijn opgenomen in een coherente
bedrijfsstrategie die niet bij wijze van spreken elk jaar of bij elke
directiewisseling volledig wordt omgegooid. Maar zelfs als een dergelijke
strategie haalbaar is en bijdraagt aan het voortbestaan en de continuïteit van
de Efteling, is het de vraag of de Efteling er niet verstandig aan doet meer
nadruk te leggen op de tevredenheid van de gasten in plaats van het aantal
gasten dat jaarlijks onder de rieten kap van het Huis van de Vijf Zintuigen
doorloopt. Dit is extra belangrijk omdat er wellicht (in bepaalde omstandigheden) zelfs sprake is van
een trade-off tussen
bezoekersaantallen en gemiddelde tevredenheid. Als de parkcapaciteit immers minder
sterk stijgt dan het totaal aantal bezoekers en de spreiding van bezoekers over
het jaar niet significant toeneemt, zal de gasttevredenheid afnemen als rijen
voor de attracties en wc’s ontstaan – vandaar het eerdere pleidooi voor betere
spreiding van bezoekers over het jaar en uitbreiding van de parkcapaciteit als
complementaire doelstellingen naast de vijf miljoen bezoekers.
In plaats van tot de Europese top behoren in termen van
bezoekersaantal, zoals de Efteling graag wil, kan men natuurlijk ook tot de
Europese top proberen te behoren in termen van gasttevredenheid. Dit op
dezelfde manier als waarop Toverland zichzelf sterk probeert te onderscheiden
van andere parken door naar een zo hoog mogelijke beoordeling van de gast te
streven, liefst hoger dan de beoordeling van alle andere parken. Een dergelijke
top zegt bovendien wat meer over de kwaliteit van de parken in deze top dan
enkel het bezoekersaantal.
Zoals al gezegd monitort de Efteling ook de tevredenheid van
haar gasten en het is uiteraard niet zo zwart wit dat een stijgend
bezoekersaantal voor de Efteling een absoluut einddoel is terwijl andere zaken
zoals gasttevredenheid volledig op de achtergrond verdwijnen of zelfs geheel mogen
worden opgeofferd ten behoeve van de vijf miljoen bezoekers. Het gaat uiteraard
om het vinden van een goede balans. Helaas weten we op dit moment echter niet
precies wat voor balans de Efteling voor ogen heeft en welke andere
doelstellingen naast de vijf miljoen bezoekers zijn geformuleerd m.b.t. zaken
zoals tevredenheid van de gast, financiële resultaten etc. etc. Hoewel
informatie die extern gedeeld wordt sterk kan verschillen van de daadwerkelijke
hiërarchie in doelstellingen, lijkt het – als we puur afgaan op wat in de
externe communicatie steeds naar boven komt
– toch sterk op dat de vijf miljoen bezoekers in 2020 een zeer dominante
positie hebben in deze hiërarchie. Je hoort in de media vreemd genoeg zelden of
nooit expliciete doelstellingen over gasttevredenheid terwijl de vijf miljoen
bezoekers telkens als magische grens naar voren komt.
Wat minder gehamer op één enkele doelstelling en wat meer
aandacht voor andere belangrijke doelstellingen brengt wellicht wat meer balans
in dit plaatje en voorkomt suboptimalisatie of zelfs tunnelvisie. Nogmaals, het
zou dus kunnen dat de balans in werkelijkheid duidelijker aanwezig is dan in de
externe communicatie het geval lijkt, maar in dat geval is het misschien
verstandig de externe communicatie licht aan te passen. Het publiek heeft er immers
nauwelijks een boodschap aan dat de Efteling naar vijf miljoen bezoekers wil.
Vijf miljoen bezoekers in 2020 is een abstracte en daardoor enigszins zielloze doelstelling voor de buitenwereld, een beetje
zoals maximalisatie van de aandeelhouderswaarde dat voor de buitenwereld is als
een of ander bedrijf hiermee weer op de proppen komt. Voor de aandeelhouders
van een willekeurig bedrijf kan maximalisatie van de aandeelhouderswaarde nog
zo belangrijk zijn en voor de Efteling geldt dat misschien voor de stijging van
het bezoekersaantal, maar zelfs als de stijging naar vijf miljoen bezoekers van
levensbelang is voor de Efteling zal de gemiddelde bezoeker nauwelijks geroerd
raken door deze doelstelling, al zullen veel (vaste) bezoekers zoals ikzelf wel
erg blij worden als de juiste implicaties van deze doelstelling, zoals forse
investeringen in nieuwe attracties, worden benadrukt.
Al met al spreekt het de bezoeker en gemiddelde toehoorder
van een nieuwsitem op Omroep Brabant waarschijnlijk meer aan als de Efteling
aangeeft de beleving en tevredenheid van deze potentiele gast voorop te stellen
en deze te willen optimaliseren, i.p.v. een abstract bezoekersaantal te optimaliseren.
De eerste boodschap komt immers veel sympathieker over en zal meer goodwill creëren dan de tweede
boodschap. Dat betekent dus op zijn minst een verschuiving in de externe
communicatie als de Efteling weer eens gevraagd wordt naar de toekomst, maar
betekent waarschijnlijk intern ook een sterkere, sturende rol voor
gasttevredenheid en andere strategische (sub)doelstellingen in de beleidsvorming.
Zorg niet alleen voor veel gasten binnen je poorten, maar vooral voor gelukkige
gasten.
Op de hoogte blijven van ParkHeraut? Volg ons op Twitter!
Op de hoogte blijven van ParkHeraut? Volg ons op Twitter!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten